“Participatie kun je niet forceren, maar wel faciliteren”

Participatie is een voorwaarde van het RES-proces. Juliane Kürschner, coördinator van de Regionale Energiestrategie Amsterdam, vindt dat een vanzelfsprekendheid en tegelijk een lastige opgave. “We bewandelen verschillende sporen om zoveel mogelijk bewoners te bereiken, maar zullen nooit iedereen meekrijgen. Wat belangrijk is, is dat we mensen die wel meepraten serieus nemen. Verder moeten we als gemeente bereid zijn om mee te bewegen.” 

Amsterdam zette met het proces naar de concept-RES direct in op participatie. “We hebben met interne en externe stakeholders drie scenario’s uitgewerkt”, vertelt Kürschner. “Die hebben we in vijf lokale ateliers aan de bewoners voorgelegd. En toen de zoekgebieden vastgesteld waren, zijn online-avonden georganiseerd waarvoor meer dan 500 mensen zich aanmeldden. Ik vind dat Amsterdam haar bewoners goed betrekt en vaak ook goed bereikt. De advertenties die we plaatsten voor de online-avonden zijn 120.000 keer bekeken.” 

Discussie betreft vooral wind

In de concept-RES Amsterdam is een groot deel van het aanbod duurzame energie gebaseerd op ‘zon op dak’. “We willen in 2030 de helft van alle geschikte daken gebruiken voor zonne-energie. We kunnen 400 Megawatt realiseren op grote daken en 150 Megawatt op kleine daken. Verder is er plek voor zonnecellen op restruimten zoals taluds en geluidschermen. Daar heeft niemand bezwaar tegen. De discussie betreft vooral de 17 extra windturbines, waarvoor zeven zoekgebieden zijn opgenomen in de concept-RES.”

Om deze zoekgebieden concreet te maken in RES 1.0 is opnieuw een participatieronde ingegaan. “We bewandelen daarbij meerdere sporen. Allereerst hebben we een draagvlakonderzoek gehouden onder Amsterdammers en onder bewoners in en rond de zoekgebieden, waaronder ook inwoners van buurgemeenten. De samenwerking met die buurgemeenten loopt steeds beter. In het begin informeerden we elkaar vooral, nu werken we meer samen. We hebben de enquête gehouden op een steekproef van 20.000 mensen, die gevalideerd is naar samenstelling van de bevolking. Daarmee onderbouwen we dat we brede input krijgen.”

Jongeren willen graag meedoen

Het onderzoek wijst uit: onder alle Amsterdammers is 65% positief over meer windturbines. In de zoekgebieden is 56% positief. “Wat verder opvalt is dat jongere respondenten duidelijk positiever zijn over de RES dan ouderen. Daar gaan we verder mee in het tweede spoor: de vijf online-avonden die we in november organiseren. We hebben een kleine 250 plaatsen voor volwassenen. Apart hiervan gaan we online ook met jongeren in gesprek. Ik zie dat zij echt het contact zoeken en graag mee willen doen. We benaderen de groepen met geo-targeting: ouderen via advertenties op Facebook en jongeren via Instagram.” 

Kürschner hoopt op goede discussies tijdens de online-sessies. “We hebben een doelstelling in de RES en tegelijk moeten we rekening houden met leefbaarheid. Daarom is het gesprek zo belangrijk. Parallel aan de online-avonden bieden we de mogelijkheid voor één-op-één gesprekken met de procesleider windenergie en met mij als coördinator RES voor concrete vragen of opmerkingen. Verder koppelen we alle resultaten begin december terug.”

Met de puzzel aan de slag

De resultaten uit het draagvlakonderzoek en de interactieve avonden worden samengevoegd met de resultaten van de sessies die de gemeente houdt met ruimtelijke experts en ecologen. Ook de voorkeurgebieden van netbeheerder Liander, de reacties op de concept-RES plus de uitkomsten van de milieueffectrapportage worden meegenomen. “De puzzel voor de RES 1.0 is al met al behoorlijk complex. Alle onderdelen gaan we tussen nu en komend voorjaar naast elkaar leggen om te kijken waar overeenkomsten en verschillen zitten, zodat het bestuur tot een goede afweging kan komen.” 

In de RES 1.0 van Amsterdam zal op een kaart zichtbaar zijn in welke gebieden initiatiefnemers direct aan de slag kunnen. “Deze initiatieven zal de gemeente steunen. Daarbij moet minimaal 50% in lokaal eigendom gerealiseerd worden. Initiatiefnemers moeten vastleggen hoe de omgeving ook financieel kan meeprofiteren. Overigens zullen we in de RES 1.0 nog geen precieze locaties voor windmolens opnemen. Deze locaties komen pas in beeld als de prioriteiten bekend zijn en initiatiefnemers zich melden. Dan start daar een lokaal participatieproces. We kunnen participatie niet forceren, maar wel faciliteren.”

Lees meer over het onderzoek
Lees meer over de bijeenkomsten
Lees meer over de jongerenbijeenkomst

Deel deze informatie:
Naar bovenNaar boven
Snel naar NH Noord
Snel naar NH Noord